Het woord "Karate" betekent letterlijk lege (Kara) hand (Te).
Deze benaming is ontstaan doordat Karate oorspronkelijk een zelfverdediging was, die beoefend werd zonder wapens. Het systeem is een soort boksen, waarbij men gebruikt maakt van handen en voeten, en bestaat hoofdzakelijk uit afweren en ontwijken van een aanval en tegenaanval, door stoten, slagen of stampen. De drie aspecten van Karate, namelijk: zelfverdediging, lichamscultuur en sport, zijn allen gebaseerd op dezelfde fundamentele technieken.
Zelfverdediging
Zelfverdediging is de oudste betekenis van Karate, dat als zodanig reeds honderden jaren bestaat en uit China stamt. Eeuwenlang werden de technieken van vader op zoon overgedragen en pas de laatste jaren is men deze oude technieken grondig gaan bestuderen en verbeteren. Als zelfverdediging methode heeft Karate het voordeel dat de bedreigde door stoten en stampen reeds een afstand tussen hem en de aanvaller kan bewaren, zodat lichamelijk contact vermeden wordt.
Lichaamscultuur
Karate is bijzonder geschikt als lichaamscultuur, omdat het alle spieren van het lichaam leert beheersen, zowel van de linker- als van de rechterzijde, wat niet van elke sport gezegd kan worden.
Het is werkelijk een zeer goede manier om geestelijk zowel als lichamelijk in conditie te blijven.
Sport
Als sport heeft Karate nog maar sinds kort geschiedenis gemaakt. Toch is men reeds begonnen met wedstrijdreglementen vast te leggen, zoals bij andere sporten, zodat het nu mogelijk is wedstrijden te houden waarbij vooral de zelfcontrole tot uiting zal moeten komen. Op het eerste gezicht ziet Karate als sport er gevaarlijk uit, maar aangezien het één van de hoofdprincipes is de aanvallen te controleren kan dit gevaar tot een minimum herleid worden. Wedstrijdgevechten eisen van de deelnemers dan ook kundig gebruik van handen en voeten, afweertechnieken, verplaatsingen, timing, afstand houden, tactiek enz.